Artsen sjoemelen geregeld met behandelmethoden en diagnoses. Het lijkt fraude, maar dat is het vaak niet.
We willen allemaal goede zorg. En dus willen we dat artsen niet voortdurend worden ingesnoerd door managers, protocollen en bureaucratische rompslomp. Een arts die daarover klaagt, kan automatisch op onze sympathie rekenen. We willen ook allemaal betaalbare zorg. En dus willen we dat er geen geld wordt verspild aan onnodige behandelingen, of dat hoge bedragen in rekening worden gebracht voor niet-verrichte ingrepen - dat gaat immers ten koste van het budget voor de zorg of leidt tot een nodeloos hoge verzekeringspremie.
Vandaar dat we enig inzicht willen hebben in de kosten van de zorg. Stel dat het ene ziekenhuis twee keer zoveel kosten maakt voor een ingreep als het andere ziekenhuis, terwijl de kwaliteit niet duidelijk verschilt. Of duurdere ingrepen verricht, terwijl daarvoor geen aanwijsbare oorzaak is. Dat eerste ziekenhuis kan wellicht van de collega's leren hoe zo'n ingreep goedkoper kan worden gemaakt, of het aantal dure ingrepen kan worden gereduceerd. Dezelfde kwaliteit tegen lagere kosten - daar kan niemand tegen zijn.
Maar hoe krijg je inzicht in de kosten van de zorg? Daartoe moet je eerst weten wat een arts eigenlijk doet wanneer je je als patiënt meldt met een klacht. In essentie zijn dat twee handelingen. Allereerst doe je als arts onderzoek dat in een diagnose resulteert. Vervolgens kies je de geschiktste behandeling. De diagnose is bijvoorbeeld een blindedarmontsteking, de bijpassende behandeling is een chirurgische ingreep.
In de taal van de marktwerking, die lang populair was, kun je zo'n Diagnose-Behandel Combinatie (DBC) het ‘product’ noemen dat de arts levert, de ‘output’ of de ‘prestatie’ van een arts. De bekostiging van de ziekenhuiszorg in Nederland is voor een groot deel gebaseerd op deze DBC's. Als je een overzicht hebt van alle geleverde DBC's, kun je als ziekenhuis melden hoeveel ‘productie’ je hebt geleverd. Voor die productie krijg je vervolgens een vergoeding.
Die vergoeding is trouwens altijd een gemiddelde prijs voor zo'n behandeling. Je kunt je bij veel behandelingen voorstellen dat die bij de ene patiënt eenvoudig en bij de andere veel complexer is. De ene bevalling is de andere niet - maar je krijgt per bevalling een gemiddelde prijs vergoed. Dit soort managementsystemen die ‘prestaties’ meten, zijn in de afgelopen decennia overal in de (semi-)publieke sector ontstaan - niet alleen in de zorg en niet alleen in Nederland.
Emiel Kerpershoek, Martijn Groenleer en Hans de Bruijn zijn verbonden aan de faculteit techniek, bestuur en management van de TU Delft. Kerpershoek promoveert 2 april op een proefschrift over de praktijk van prestatiemeetsystemen in de zorg.