Vorige week sprak hoogleraar farmacologie Adam Cohen in de Volkskrant hardop uit wat veel psychiaters al lang hadden gemerkt: de interesse van de farmaceutische industrie om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen voor mensen met psychische problemen is enorm afgenomen. Er zijn meerdere verklaringen te geven voor deze ontwikkeling, maar in alle gevallen komt het er op neer dat de investeringen onzeker, maar wel zeer kostbaar zijn, dat ze veel tijd in beslag nemen, en dat het in de meeste gevallen nooit tot een geregistreerd medicijn leidt waarmee winst te maken valt.
Als je de succespercentages van antidepressiva vergelijkt met die van bijvoorbeeld antibiotica is dat verbazingwekkend. Juist omdat veel mensen onvoldoende baat hebben bij psychofarmaca, terwijl het aantal mensen met psychische problemen gestaag toeneemt, zou je mogen verwachten dat er wel iets beters is te verzinnen dan de middelen waar we het nu mee moeten doen.
Antibiotica werken in de overgrote meerderheid van de gevallen, antidepressiva bij ongeveer de helft van de mensen die ze voorgeschreven krijgen. En dan worden de zogenaamde responders, mensen die er baat bij hebben, heel vaak nog niet eens klachtenvrij: ze knappen wat op, maar genezen doen ze niet.