Minister Edith Schippers van VWS kan zich in hoofdlijnen vinden in het advies van de commissie-Meurs over het hoofdbehandelaarschap in de ggz. Maar ze maakt zich wel zorgen over de stijgende kosten in de ggz.
Al jaren bakkeleien ggz-aanbieders en zorgverzekeraars over wie in de ggz hoofbenahdelaar mag zijn. Dat is belangrijk voor de financiën, want alleen de hoofdbehandelaar mag dbc's openen, sluiten en declareren. De commissie-Meurs, aan het werk gezet door Schippers, maakt een einde aan deze twist. Volgens de commissie hebben zorgverzekeraars door een gebrek aan inzicht in de kwaliteit van zorg hun toevlucht hebben genomen tot een beperkte lijst van beroepsbeoefenaren die hoofdbehandelaar mogen zijn. De commissie, die deze week het rapport Hoofdbehandelaarschap in de ggz als noodgreep' presenteerde, vindt dit een verkeerde oplossing. De commissie stapt af van het begrip ‘hoofdbehandelaarschap ggz’, omdat dit te veel is verbonden aan degene die inhoudelijk verantwoordelijk is voor de zorg. Volgens de commissie draait het in de ggz tegenwoordig meer om degene die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de behandeling en introduceert daarom de ‘regiebehandelaar’. De brancheorganisaties in de ggz moeten samen een kwaliteitsstatuut opstellen waarin per behandeling staat aan welke eisen zo'n regiebehandelaar moet voldoen.