"Ik zag er altijd al tegenop om ongesteld te worden, maar ik had nooit gedacht dat ik elke maand met iets levensbedreigends te maken zou hebben.

Terwijl ik met m'n benen gekruist zat op het ziekenhuisbed, vertelde ik de dokter over de manier waarop mijn menstruatie altijd verliep. Hij keek me vragend aan, terwijl hij door mijn gegevens bladerde. “Vijfentwintig? Je bent erg jong.” Die middag hoorde ik dat ik bloedarmoede had. Ik werd doorverwezen naar het ziekenhuis voor een bloedtransfusie. In ongeveer twaalf uur tijd werden er langzaam drie zakken bloed mijn lichaam ingepompt, in een zaal waar de meeste mensen drie keer zo oud waren als ik.

Eerder die dag werd ik gebeld door mijn huisarts, die me vroeg naar de resultaten van de bloedtests. Ze had me bevolen meteen naar de spoedeisende hulp te gaan, omdat m'n hemoglobinewaarden gevaarlijk laag waren. Ik lag gedesoriënteerd en alleen in de ziekenzaal, en huilde zachtjes terwijl zusters plastic ventieltjes bij m'n aderen inbrachten. Ik was zo moe dat ik nauwelijks kon lopen, en werd in een rolstoel rondgereden door de lange gangen van het ziekenhuis. Rechtop zitten kostte me al genoeg moeite. Als je altijd afgeleid wordt door normale, alledaagse dingen, vergeet je hoe kwetsbaar je lichaam eigenlijk is. Die nacht werd ik daar op een pijnlijke manier aan herinnerd."

Lees verder op vice.com

Illustratie door Sophie Chadwick

Doortje Briedé-Bultman