Bilaterale ovariëctomie lijkt minder effectief om het risico op borstkanker te verlagen bij patiëntes met een BRCA-mutatie dan tot dusver gedacht. Het beschermende effect op ovariumcarcinoom staat niet ter discussie. Dat blijkt uit een analyse van het Nederlandse HEBON-cohort met families met borst- en ovariumcarcinoom, die speciaal was ontworpen om de potentiële bronnen van bias in eerder onderzoek aan te tonen (J Natl Cancer Inst. 2015; epub 18 maart).

Annette Heemskerk-Gerritsen en collega’s van onder meer het Erasmus MC bespreken verscheidene oorzaken van deze bias. Zo was er in de controlegroepen mogelijk een hoger risico op borstkanker door ‘cancer induced testing bias’, ‘immortal time bias’(waardoor patiënten in de interventiegroep door de opzet van de studie al een lagere kans op sterfte of borstkanker hebben), en ‘informative censoring’(patiëntes met het hoogste risico op borstkanker komen vaker in de interventiegroep maar ondergaan ook vaker preventieve bilaterale mastectomie, waardoor hun risico wordt verlaagd).

De auteurs testten eerst of het HEBON-cohort vergelijkbaar was met populaties van eerdere studies, door de analysemethoden uit die studies in te zetten. Met deze methoden bleek bilaterale salpingo-ovariëctomie inderdaad geassocieerd met ongeveer een halvering van het risico op borstkanker. Van dit beschermende effect bleef echter niets over nadat de analysemethode was aangepast.

Lees verder op ntvg.nl

Doortje Briedé-Bultman