In sommige families is er een erfelijke belasting voor borstkanker. We gaan ervan uit dat ongeveer 5% van alle borstkankerpatiëntes een erfelijke belasting hebben. Families waarin erfelijkheid belangrijk is herkennen we aan één of meerdere van volgende kenmerken:
borstkanker wordt vastgesteld op relatief jonge leeftijd, vaak jonger dan 50 jaar
borstkanker komt voor bij verschillende vrouwen
soms ontwikkelen patiëntes borstkanker in beide borsten
Het aantonen van erfelijkheid is zeer belangrijk: op die manier kunnen we aan gezonde, jonge familieleden erfelijkheidsonderzoek aanbieden om hun risico voor borstkanker in te schatten. Het bepalen van dat risico is dan weer zeer belangrijk voor het uitstippelen van een goed opvolgingsbeleid: vrouwen die een sterk verhoogd risico hebben worden het best intensief opgevolgd vanaf een jonge leeftijd of komen in aanmerking voor een preventieve borstamputatie met reconstructie. Op die manier kan borstkanker sneller vastgesteld (zodat de kans op genezing vergroot) of zelfs helemaal voorkomen worden.
Om na te gaan hoe hoog het risico op borstkanker is bij jonge gezonde leden van dergelijke families, werd tot nu toe alleen onderzocht of er sprake is van een mutatie in BRCA1 en BRCA2, twee genen die bij erfelijke borstkanker vaak een rol spelen. Omdat er in BRCA1 en BRCA2 vaak geen afwijkingen konden worden aangetoond, terwijl er toch een sterk vermoeden van erfelijkheid was, zoeken wetenschappers sinds enkele jaren intensief naar andere borstkankergenen.
Na mutaties in de genen BRCA1 en BRCA2, blijken ook mutaties in PALB2 en MEN1 op een verhoogd risico op borstkanker te wijzen.