Baarmoederhalskanker wordt voorafgegaan door precancereuze letsels in de baarmoederhals en ontwikkelt zich heel traag. Die letsels en ook beginnende baarmoederhalskanker kunnen opgespoord worden met een uitstrijkje (PAP-test), nog voor u er zelf iets van merkt. Door deze voorstadia (indien nodig) te behandelen kan baarmoederhalskanker alsnog worden voorkomen. Door baarmoederhalskanker in een vroeg stadium te behandelen, is de kans op een succesvolle behandeling groter. Indien elke vrouw tussen de 25 en de 69 jaar om de 3 jaar een uitstrijkje zou laten nemen, dan zouden in ons land 9 baarmoederhalskankers op 10 vermeden worden. Nu laten iets meer dan de helft van de vrouwen zich testen.

Een uitstrijkje is een eenvoudige en pijnloze test, uitgevoerd door een huisarts of een gynaecoloog. Bij een uitstrijkje worden cellen van de baarmoederhals met een borsteltje afgenomen. Deze cellen werden in het labo onder de microscoop nagekeken door de patholoog.

Vaccinatie beschermt niet tegen alle types HPV die baarmoederhalskanker kunnen veroorzaken. Daarom blijft vroegtijdige opsporing met een uitstrijkje noodzakelijk ook als u gevaccineerd bent.

Lees verder op gezondheid.be

Doortje Briedé-Bultman